Op deze pagina staat het Pensioen 1-2-3 van Pensioenfonds Campina. Dit stuk bestaat uit 3 lagen. In de eerste laag leest u in het kort de belangrijkste informatie over uw pensioenregeling. In laag 2 vindt u meer informatie over alle onderwerpen in laag 1. Tot slot vindt u in laag 3 het pensioenreglement en het jaarverslag.

Hoe wij omgaan met maatschappelijk verantwoord beleggen, leest u in ons MVB-beleid.

  • Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

    Ouderdomspensioen

    Gaat u met pensioen? Dan heeft u recht op ouderdomspensioen.

    • Ga verder naar laag 2

      U heeft vóór 1 januari 2015 gewerkt voor FrieslandCampina of een onderneming die daarvan deel uitmaakte. Via die werkgever heeft u deelgenomen in de pensioenregeling van Pensioenfonds Campina. Het ouderdomspensioen dat u toen heeft opgebouwd, ontvangt u als u 65 jaar wordt. Hoe hoog uw pensioenuitkering straks is, weet u pas als u met pensioen gaat. Uw ouderdomspensioen hangt af van:

      • wat uw pensioengrondslag is. De pensioengrondslag is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt of heeft opgebouwd;
      • wat uw opbouwpercentage is. Dat betekent: hoeveel procent van uw pensioengrondslag u aan pensioen opbouwt of heeft opgebouwd. Voor u was dat 2,1 procent per jaar;
      • hoeveel jaar u heeft deelgenomen in de pensioenregeling;
      • of u fulltime of in deeltijd heeft gewerkt.
         

      Na uw 65e ontvangt u maandelijks pensioen

      Vanaf dat u 65 jaar wordt, betalen wij maandelijks uw ouderdomspensioen. Deze pensioenuitkering ontvangt u zolang u leeft. De hoogte van uw (toekomstige) ouderdomspensioen ziet u op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
       

      Deze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst

      Uw pensioenregeling bij Pensioenfonds Campina is een uitkeringsovereenkomst; deze geeft u recht op een pensioenuitkering. U heeft hiervoor pensioen opgebouwd over een deel van uw salaris. Wij houden namelijk rekening met uw AOW-uitkering. U ontvangt deze uitkering van de overheid, als u de AOW-leeftijd bereikt. Het deel van uw loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. In 2014 was het franchisebedrag € 18.009,-.
       

      De cijfers van uw pensioen

      Over uw brutoloon minus de franchise heeft u jaarlijks 2,1 procent aan ouderdomspensioen opgebouwd. Het deel van uw salaris waar u pensioen over opbouwt noemen we de pensioengrondslag. Het maximumloon waarover u pensioen heeft opgebouwd is € 60.444,- (bedrag 1 januari 2014).

      Een rekenvoorbeeld: stel dat u € 25.000,- per jaar heeft verdiend met een franchise van € 18.009,-. Dan bouwt u ieder jaar 2,1 procent ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 25.000,- min € 18.009,- = € 6.991,-. Dit betekent dat u ieder jaar € 6.991,- ´ 2,1 procent = € 147,- opbouwde. Het ouderdomspensioen dat u bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren opbouw.

    Partner- en wezenpensioen

    Bouwt u vanwege arbeidsongeschiktheid nog pensioen bij ons op? En komt u te overlijden? Dan is er voor uw partner een partnerpensioen verzekerd en voor uw kind(eren) een wezenpensioen.

    • Ga verder naar laag 2

      Zolang u arbeidsongeschikt bent en pensioen opbouwt in onze middelloonregeling, is er voor uw partner een partnerpensioen verzekerd. Het partnerpensioen wordt als u overlijdt aan uw partner uitbetaald zolang uw partner leeft. Voor uw kind(eren) is er een wezenpensioen verzekerd. Het wezenpensioen wordt uitbetaald als u overlijdt, tot het kind 18 jaar wordt.

      Meer informatie over het partner- en wezenpensioen, vindt u in ons pensioenreglement. Benieuwd naar de hoogte van het pensioen voor uw partner en/of uw kinderen bij uw overlijden? Dat staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

      Let op! Het partnerpensioen en wezenpensioen is verzekerd zolang u meer dan 35 procent arbeidsongeschikt bent. Wijzigt dit? Kijk dan in dit Pensioen 1-2-3 onder Wat krijgt u in onze pensioenregeling niet? Daar leest u welke mogelijkheden u heeft om toch een partnerpensioen te regelen.
       

      In sommige gevallen recht op nabestaandenpensioen van de overheid

      Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Meer informatie hierover vindt u op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

    Arbeidsongeschiktheidspensioen

    Bent u arbeidsongeschikt geraakt voor 1 januari 2015? En had u voor die datum recht op pensioenopbouw zonder premie te betalen? Dan bouwt u in tegenstelling tot de andere deelnemers nog wél pensioen op.

    • Ga verder naar laag 2

      In sommige gevallen heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw. Zonder daarvoor premie te betalen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

      • U bent meer dan 35 procent arbeidsongeschikt.
      • U bent voor 1 januari 2015 arbeidsongeschikt geraakt.
      • U ontving voor 1 januari 2015 een WAO- of WIA-uitkering.

      Hoeveel pensioen u opbouwt, hangt af van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. De details van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid, leest u in ons pensioenreglement.

    Pensioenreglement wijzigt niet meer

    Wilt u precies weten wat onze pensioenregeling u biedt? Bekijk dan ons pensioenreglement.

  • Wat krijgt u in onze pensioenregeling niet?

    Geen pensioenopbouw boven € 60.444

    U bouwt pensioen op over het salaris tot € 60.444,-. Daarboven is er in deze regeling geen pensioenopbouw.

    Er is standaard geen partner- en wezenpensioen geregeld

    Als u komt te overlijden, is er vanuit deze pensioenregeling geen recht op partner- en/op wezenpensioen. Dit betekent dat uw partner geen partnerpensioen krijgt en uw kinderen geen wezenpensioen krijgen.

    Let op! Bent u arbeidsongeschikt? Dan heeft uw partner en/of kind misschien wel recht op pensioen bij overlijden. Bekijk hiervoor in dit Pensioen 1-2-3 Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

    • Ga verder naar laag 2

      In deze pensioenregeling is alleen partnerpensioen en wezenpensioen verzekerd als u voor 1 januari 2015 arbeidsongeschikt bent geraakt. Dit betekent dat er standaard geen partnerpensioen voor uw partner en geen wezenpensioen voor uw kinderen is.

      Is er in uw huidige pensioenregeling ook geen partner- en/of wezenpensioen geregeld? Controleer dan of u en uw partner zelf iets moeten regelen voor als u komt te overlijden. U kunt bijvoorbeeld vrijwillig een verzekering afsluiten. Ook is het mogelijk om een deel van uw opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten naar een partnerpensioen. Meer hierover leest u in dit Pensioen 1-2-3 onder Welke keuzes heeft u zelf?

  • Hoe bouwt u pensioen op?

    Drie pijlers

    U bouwt op drie manieren pensioen op:

    1. AOW: dit pensioen krijgt u van de overheid als u in Nederland woont of werkt. Op www.svb.nl leest u meer over de AOW.
    2. Pensioen dat u via uw werk opbouwt. Bij Pensioenfonds Campina heeft u pensioen opgebouwd tot 31 december 2014. Of als u arbeidsongeschikt bent, bouwt u nog pensioen bij ons op. Over deze pensioenen gaat dit Pensioen 1-2-3. Daarnaast heeft u waarschijnlijk in andere regelingen nog pensioen opgebouwd.
    3. Pensioen dat u zelf regelt. Bijvoorbeeld met een lijfrente of banksparen.
    • Ga verder naar laag 2

      A. AOW: dit pensioen krijgt u van de overheid

      De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. U bouwt in 50 jaar AOW op. U bouwt alleen AOW op, als u in Nederland woont en/of werkt. Op welke leeftijd u AOW krijgt, hangt af van uw geboortedatum. De AOW-leeftijd stijgt namelijk de komende jaren. Ook de hoogte is niet voor iedereen gelijk. De AOW-bedragen worden ieder jaar aangepast. Informatie over de AOW en uw AOW-leeftijd vindt u op de website van de SVB.

      Let op! Heeft u niet altijd in Nederland gewoond of gewerkt? Dan kan uw AOW lager uitvallen.
       

      B. Het pensioen dat u via uw werk opbouwt

      Hoeveel pensioen u bij ons heeft opgebouwd, ziet u op uw Uniform Pensioen Overzicht (UPO). Dit krijgt u ieder jaar van ons. Als u nog pensioen opbouwt, ontvangt u ieder jaar een UPO. Wilt u een overzicht van alle pensioenen die u bij werkgevers heeft opgebouwd? Kijk dan op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
       

      C. Extra pensioen waarvoor u zelf zorgt

      U kunt zelf een aanvulling regelen op uw AOW en het pensioen dat u opbouwt via uw werk. Er zijn verschillende manieren om uw pensioen aan te vullen. Bijvoorbeeld via banksparen of door een verzekering af te sluiten (zoals een lijfrente). Of u dat nodig vindt, hangt af van uw financiële en persoonlijke situatie. Een financieel adviseur kan u helpen bij het maken van keuzes. U kunt ook kijken naar de pensioenschijf van vijf op de website van het Nibud.

    U bouwt pensioen op in een middelloonregeling

    Tot 2015 heeft u ieder jaar een stukje van uw pensioen opgebouwd in de pensioenregeling van Pensioenfonds Campina. Het totale pensioen dat u heeft opgebouwd, is de optelsom van al die stukjes. Vanaf uw pensioendatum ontvangt u dit pensioen zolang u leeft. Dit heet een middelloonregeling.

    • Ga verder naar laag 2

      Tot 2015 heeft u ieder jaar pensioen opgebouwd over een deel van het brutoloon dat u in dat jaar heeft verdiend. Daarbij gaat het om het salaris tot maximaal € 60.444,-. U heeft niet over uw hele brutoloon pensioen opgebouwd. Pensioenfonds Campina houdt namelijk rekening met de AOW-uitkering. U ontvangt deze uitkering van de overheid, als u met pensioen gaat. Het deel van uw loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over uw brutoloon minus de franchise heeft u jaarlijks 2,1 procent aan pensioen opgebouwd.

      Het totale pensioen dat u zo heeft opgebouwd, is de optelsom van al die jaren. De jaarlijkse stukjes pensioenopbouw zijn steeds gebaseerd op het salaris in dat jaar. Daardoor is uw uiteindelijke pensioen gebaseerd op het gemiddelde salaris tijdens uw deelname aan onze regeling. Daarom heet deze regeling een middelloonregeling. Vanaf uw pensioendatum ontvangt u uw pensioenbedrag elke maand zolang u leeft.

    Hoe u pensioen opbouwt

    U bouwt jaarlijks een deel van uw uiteindelijke pensioen op. Dat doet u over uw brutoloon tot maximaal € 60.444,- per jaar. Hierbij houden we ook rekening met de AOW-uitkering die u later gaat ontvangen van de overheid. Daarom hebben we € 18.009,- van uw pensioengevende loon afgehaald. Dit bedrag is de franchise. Over het brutoloon min de franchise heeft u jaarlijks 2,1 procent aan pensioen opgebouwd.

    • Ga verder naar laag 2

      Tot 1 januari 2015 heeft u ieder jaar pensioen opgebouwd over een deel van het brutoloon dat u in dat jaar heeft verdiend. Het deel van uw loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Voor 2014 was het franchisebedrag € 18.009,-.Over uw brutoloon minus de franchise heeft u jaarlijks 2,1 procent aan ouderdomspensioen opgebouwd. Bent u arbeidsongeschikt? Dan bouwt u misschien nog pensioen op. Dit ziet u terug op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
       

      De cijfers van uw pensioen

      Over uw brutoloon minus de franchise heeft u jaarlijks 2,1 procent aan ouderdomspensioen opgebouwd. Het maximumloon waarover u pensioen heeft opgebouwd is € 60.444,- (bedrag 1 januari 2014).

      Een rekenvoorbeeld: stel dat u € 25.000,- per jaar heeft verdiend met een franchise van € 18.009,-. Dan bouwt u ieder jaar 2,1 procent ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 25.000,- min € 18.009,- = € 6.991,-. Dit betekent dat u ieder jaar € 6.991,- ´ 2,1 procent =  € 147,- opbouwde. Het ouderdomspensioen dat u bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren opbouw.

    U en uw werkgever hebben beiden betaald voor uw pensioen

    U heeft in het verleden maandelijks premie betaald voor uw pensioen bij Pensioenfonds Campina. Dit was 1,5 procent van uw brutoloon. Uw werkgever heeft de rest van de pensioenpremie betaald. Hoeveel premie u precies per maand heeft betaald, vindt u terug op uw loonstroken tot en met 31 december 2014.

    • Ga verder naar laag 2

      U en uw werkgever hebben iedere maand pensioenpremie betaald aan Pensioenfonds Campina. U heeft 1,5 procent van uw brutoloon betaald; uw werkgever de rest. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. Wat u precies aan premie heeft betaald, ziet u terug op uw loonstroken tot en met 31 december 2014. De premie die uw werkgever heeft betaald, staat niet op uw loonstrook.

  • Welke keuzes heeft u zelf?

    Waardeoverdracht bij nieuwe pensioenuitvoerder

    Heeft u nog pensioen bij Pensioenfonds Campina? Dan kunt u dat pensioen meenemen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.

    • Ga verder naar laag 2

      Verandert u van baan én krijgt u een andere pensioenuitvoerder? Dan kunt u ervoor kiezen om het pensioen dat bij Pensioenfonds Campina hebt opgebouwd mee te nemen. We noemen dat waardeoverdracht. Deze waardeoverdracht vraagt u aan bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Laat u hier vooraf goed over informeren. Of waardeoverdracht een goede keuze is, hangt onder andere af van de financiële situatie van uw huidige én van uw nieuwe pensioenuitvoerder.

      Besluit u of heeft u besloten om geen waardeoverdracht aan te vragen? Dan blijft dit deel van uw pensioen staan bij Pensioenfonds Campina. Dit pensioen wordt vanaf uw 65e aan u uitbetaald. 

    Pensioenregelingen vergelijken

    Wilt u uw pensioenregeling vergelijken? Bekijk dan de pensioenvergelijker

    Eerder of later met pensioen

    Wilt u eerder of later met pensioen dan uw 65e? Dat kan. Eerder kan vanaf uw 55e. Houdt u er wel rekening mee dat uw pensioen hierdoor lager wordt. Uw pensioen later in laten gaan kan tot uiterlijk 67 jaar. In dat geval wordt uw pensioen iets hoger.

    • Ga verder naar laag 2

      U kunt ervoor kiezen om uw pensioen eerder of later in te laten gaan dan op uw 65e. Als u eerder met pensioen gaat, betekent dat wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. Dat komt doordat we uw pensioen langer moeten uitbetalen en omdat uw pensioenopbouw stopt als u met pensioen gaat. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. U moet er ook rekening mee houden dat de AOW waarschijnlijk later ingaat dan uw vervroegde ouderdomspensioen. Kijk op de website van de SVB om te zien wanneer uw AOW ingaat. Kijk voor de voorwaarden voor het vervroegen van pensioen op www.pensioenfondscampina.nl en in ons pensioenreglement.

    Ouderdomspensioen omzetten in partnerpensioen

    Standaard zetten wij bij pensionering een deel van uw ouderdomspensioen om in partnerpensioen. U kunt ook aangeven dat u dat niet wilt. Uw partner moet hiervoor tekenen.

    • Ga verder naar laag 2

      Gaat u met pensioen? En heeft u een partner? Dan zetten wij een deel van uw ouderdomspensioen om in partnerpensioen. Dit partnerpensioen is 70 procent van het ouderdomspensioen dat u overhoudt. Als u niets doet, gebeurt deze omzetting automatisch.

      Wilt u geen partnerpensioen regelen? Dat kan. Uw partner moet hier wel schriftelijk mee instemmen. Let op: dit is een eenmalige keuze. Als u eenmaal gekozen heeft om wel of niet om te zetten, kunt u dat niet meer ongedaan maken.

      In het pensioenreglement staat meer informatie over hoe we uw ouderdomspensioen omzetten in een partnerpensioen.

    Variabele pensioenuitkering: eerste paar jaar een hogere pensioenuitkering ontvangen

    Wilt u als u met pensioen gaat eerst een paar jaar een hoger pensioen? Dan kunt u daarvoor kiezen op het moment dat u met pensioen gaat. 

    • Ga verder naar laag 2

      U kunt ervoor kiezen om eerst een paar jaar meer en daarna minder pensioen te krijgen. Bijvoorbeeld omdat u denkt dat u in de eerste jaren van uw pensionering meer geld nodig heeft. De periode dat u een hoger pensioen ontvangt is minimaal 1 jaar en duurt maximaal 10 jaar. Pensioenfonds Campina berekent hoeveel pensioen u deze periode krijgt. Dat kunt u niet zelf kiezen. De keuze voor eerst meer en daarna minder pensioen heeft geen gevolgen voor het partnerpensioen. Dat blijft hetzelfde. U kunt meer lezen over deze keuze in de bijlage van het pensioenreglement.

      Kiest u voor eerst een hoger ouderdomspensioen? Dan is uw ouderdomspensioen in die periode hoger dan nu op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat. Daarna is uw ouderdomspensioen lager dan nu op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat.

      Let op! Deze keuze kunt alleen maken op het moment dat uw ouderdomspensioen ingaat. Bovendien is het een eenmalige keuze. Als u hier eenmaal voor gekozen heeft, kunt u het niet meer ongedaan maken.
       

      Een rekenvoorbeeld (op basis van bruto bedragen)

      Hoeveel hoger uw ouderdomspensioen kan zijn, is vastgelegd in zogenoemde omzettingsfactoren. Deze staan in het pensioenreglement. Een voorbeeld. Stel dat u vanaf uw 65e recht heeft op een ouderdomspensioen van € 1.000,- per jaar. Als u deze wilt omzetten in eerst een hoge en daarna een lage uitkering, dan zijn er de volgende keuzes:

      A.   Duur 1 jaar: hoge uitkering van € 1.306,00 per jaar, daarna levenslang € 979,50 per jaar.

      B.   Duur 2 jaar: hoge uitkering van € 1.281,00 per jaar, daarna levenslang € 960,75 per jaar.

      C.   Duur 3 jaar: hoge uitkering van € 1.257,00 per jaar, daarna levenslang € 942,75 per jaar.

      D.   Duur 4 jaar: hoge uitkering van € 1.235,00 per jaar, daarna levenslang € 926,25 per jaar.

      E.   Duur 5 jaar: hoge uitkering van € 1.215,00 per jaar, daarna levenslang € 911,25 per jaar.

      F.    Duur 6 jaar: hoge uitkering van € 1.196,00 per jaar, daarna levenslang € 897,00 per jaar.

      G.    Duur 7 jaar: hoge uitkering van € 1.179,00 per jaar, daarna levenslang € 884,25 per jaar.

      H.    Duur 8 jaar: hoge uitkering van € 1.163,00 per jaar, daarna levenslang € 872,25 per jaar.

      I.    Duur 9 jaar: hoge uitkering van € 1.148,00 per jaar, daarna levenslang € 861,00 per jaar.

      J.    Duur 10 jaar: hoge uitkering van € 1.134,00 per jaar, daarna levenslang € 850,50 per jaar.

  • Hoe zeker is uw pensioen?

    Welke risico's zijn er?

    De hoogte van uw pensioen staat niet vast en kan zelfs in uitzonderlijke situaties worden verlaagd. We kunnen te maken krijgen met mee- en tegenvallers:

    • De levensverwachting: hoe ouder mensen worden, hoe langer we het pensioen moeten uitkeren. We hebben dan meer geld nodig.
    • De rente: we hebben meer geld nodig om hetzelfde pensioen te kunnen uitbetalen als de rente laag is. Als de rente hoog is, hebben we nu minder geld nodig.
    • De beleggingen: de resultaten van onze beleggingen kunnen mee- of tegenvallen.

    Op onze website leest u meer over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad. 

    • Ga verder naar laag 2

      De opbouw en uitbetaling van pensioen beslaan een lange periode. Tussen de start van de opbouw en de laatste pensioenuitbetaling kan wel eens 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld, waardoor er risico’s kunnen ontstaan die uw pensioen bedreigen. De risico’s kunnen zorgen voor een pensioentekort.

      We worden steeds ouder
      Pensioenfonds Campina probeert voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen bedreigen. Bijvoorbeeld door de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging is namelijk groter dan de stijging waarmee we rekening hebben gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Pensioenfonds Campina moet dan meer geld hebben dan waar eerst op werd gerekend.

      De rente is (nog) laag
      Ook de rente beïnvloedt de waarde van pensioenen. Pensioenuitvoerders maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente is, hoe meer geld Pensioenfonds Campina ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente langdurig laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

      Resultaten van beleggingen kunnen tegenvallen
      Daarnaast kunnen beleggingsresultaten tegenvallen. Daarom belegt Pensioenfonds Campina gespreid. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Soms kunnen we beleggingsrisico’s ‘afdekken’ met bepaalde verzekeringen. Maar daar betalen we wel extra voor.

      Onze beleidsdekkingsgraad
      Vanaf 2015 moeten pensioenuitvoerders bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is voor ons een belangrijke graadmeter om te bepalen of we pensioenen kunnen verhogen of moeten verlagen. Om er ‘gezond’ voor te staan, moet de gemiddelde beleidsdekkingsgraad over twaalf maanden boven de 100 procent zijn. Meer hierover leest u op onze website.

    Wat is nodig voor een waardevast pensioen?

    Wij proberen ingegane pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. Dit heet toeslagverlening. Maar dit kan alleen als de financiële situatie van ons pensioenfonds goed genoeg is.

    De afgelopen jaren hebben we de pensioenen zo verhoogd:

    Jaar  Verhoging van de pensioenen  Stijging van de prijzen 
    2017  0,0%  0,4% 
    2018  0,1%  1,3% 
    2019  0,6%  1,7% 
    2020  0,3%  1,7% 
    2021  0,0%  1,1% 
    2022  3,1%  3,3% 
    2023  13,4%  16,9% 
    2024  0,0%  -2,0% 
    • Ga verder naar laag 2

      Normaal gesproken wordt geld elk jaar iets minder waard. U kunt dit jaar met hetzelfde bedrag iets minder dan vorig jaar. Dat heet ‘inflatie’. Vanwege de inflatie probeert Pensioenfonds Campina de pensioenen die zijn ingegaan, jaarlijks te verhogen. Dat wil zeggen dat het ingegane pensioen jaarlijks meegroeit met de algemene prijsstijging. Wij noemen dit een waardevast pensioen.

      Maar het lukt niet altijd om de pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. Het bestuur besluit of de ingegane pensioenen worden verhoogd. Wordt uw pensioen niet verhoogd, dan betekent dit dat uw pensioen minder waard wordt.

    Wat gebeurt er als er een pensioentekort is?

    Hebben we (in de toekomst) een tekort? Dan laten we uw pensioen niet meegroeien met de stijging van de prijzen. In het uiterste geval verlagen we uw pensioen.

    • Ga verder naar laag 2

      Het kan gebeuren dat Pensioenfonds Campina ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. Het is dan onze taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is. Het bestuur kan kiezen voor een combinatie van maatregelen of andere keuzes maken. In het uiterste geval kan Pensioenfonds Campina besluiten om uw opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te verlagen.

      Meer informatie over hoe Pensioenfonds Campina er financieel voorstaat, vindt u op onze website.

  • Welke kosten maken wij?

    Welke kosten maakt een pensioenfonds?

    Pensioenfonds Campina maakt de volgende kosten om de pensioenregeling uit te voeren:

    • kosten voor de administratie;
    • kosten om het vermogen te beheren.
    • Ga verder naar laag 2

      Pensioenfonds Campina maakt verschillende kosten om uw pensioenregeling uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor de administratie. Bijvoorbeeld van de uitbetaling van de pensioenen. Ook maken wij kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld om dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) te maken.

      Daarnaast zijn er kosten om het vermogen te beheren. Beleggen van het vermogen kost geld. Wij betalen bijvoorbeeld de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij kosten om ons over de beleggingen te laten adviseren. Verder maken wij nog transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties.

      In onze jaarverslagen vindt u een specificatie van de kosten die wij maken.

  • Wanneer moet u in actie komen?

    Als u gaat trouwen, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen

    Als u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat. U hoeft dit alleen aan ons door te geven, als u in het buitenland woont. Binnen Nederland krijgen we dit automatisch door via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Gaat u samenwonen? Dan moet u contact met ons opnemen.

    • Ga verder naar laag 2

      Trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan is voor uw pensioenregeling hetzelfde. Binnen deze regeling heeft uw partner geen recht op partnerpensioen bij uw overlijden. Wilt u dat wel? Zorg dan dat u iets extra’s regelt. Waarschijnlijk bouwt u ook geen pensioen meer op in onze regeling (dit is alleen zo in een aantal uitzonderingsgevallen). Krijgt u een nieuwe partner na uitdiensttreding of pensionering, dan is er voor uw nieuwe partner geen partnerpensioen.

    Als u gaat scheiden of uw geregistreerd partnerschap beëindigt

    Gaat u scheiden? Of beëindigt u uw geregistreerd partnerschap? Dan heeft uw ex-partner recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Als u uw samenlevingsovereenkomst beëindigt, moet u de verdeling zelf regelen met uw ex-partner.

    • Ga verder naar laag 2

      Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd tijdens uw huwelijk. Of tijdens de periode van uw geregistreerd partnerschap. U kunt met uw ex-partner wel afwijkende afspraken maken. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant.

      Voor de verdeling van het ouderdomspensioen kunt u binnen twee jaar na scheiding het Mededelingsformulier in verband met verdeling ouderdomspensioen bij scheiding invullen en aan ons toesturen. Hiermee vertelt u ons dat u uit elkaar bent en kunt u eventueel afwijkende afspraken doorgeven. Stuurt u ons geen formulier? Dan moet u de verdeling van uw pensioen zelf regelen. Wij keren het pensioen voor u beiden dan aan u uit.
       

      Als u uw samenlevingsovereenkomst beëindigt

      Het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.
       

      Geen recht op bijzonder partnerpensioen

      Het partnerpensioen was bij ons verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat uw ex-partner geen zogenoemd bijzonder partnerpensioen krijgt, als u overlijdt.

    Wijzigingen in uw arbeidsongeschiktheid geeft u aan ons door

    Als uw arbeidsongeschiktheid wijzigt.

    • Ga verder naar laag 2

      Was u voor 1 januari 2015 meer dan 35 procent arbeidsongeschikt? En ontving u al een WIA- of WAO-uitkering? Dan bouwt u nog pensioen op zonder dat u daarvoor premie hoeft te betalen. Dit noemen we premievrije voortzetting van pensioenopbouw. Alleen als de mate van uw arbeidsongeschiktheid lager wordt, gaat uw pensioenopbouw omlaag.

      Let op! Herstelt u zo dat u minder dan 35 procent arbeidsongeschikt bent? Dan eindigt uw premievrije voortzetting van uw pensioenopbouw. Als u vervolgens een andere baan krijgt én ergens anders pensioen op gaat bouwen, kunt u voor waardeoverdracht kiezen (zie eerder in dit Pensioen 1-2-3).

    Verhuizen naar het buitenland

    Als u verhuist naar het buitenland.

    • Ga verder naar laag 2

      Gaat u naar het buitenland verhuizen? Geef dit dan aan ons door. Neem daarnaast contact met ons op om te bespreken wat de gevolgen zijn voor uw pensioen. Informatie over de gevolgen voor uw AOW vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op de website van de SVB.

      Let op! Geef het ook aan ons door, als u in het buitenland verhuist. Deze informatie krijgen we namelijk niet automatisch door (binnen Nederland wel).

    Mijnpensioenoverzicht.nl

    Bekijk eens per jaar hoeveel pensioen u in totaal heeft opgebouwd op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

    Als u vragen heeft

    Bel of mail gerust als u vragen heeft of voor een actie- en/of keuzemoment staat. Bellen kan naar 0348 - 485 985 en mailen naar pensioenfonds@campina.com.

    • Ga verder naar laag 2

      Heeft u vragen over uw pensioenregeling? Neem dan gerust contact met ons op. U bereikt Pensioenfonds Campina op 0348 - 485 985. Of stuur een e-mail naar pensioenfonds@campina.com.
       

      Uw pensioen overzichtelijk weergegeven

      Wilt u weten hoeveel pensioen u in totaal heeft opgebouwd? Kijk op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Ook vindt u meer over uw pensioen in het pensioenreglement in laag 3 van het Pensioen 1-2-3.