Veelgestelde vragen
Hieronder hebben wij een aantal veelgestelde vragen en antwoorden voor u verzameld over de Toekomst van Pensioenfonds Campina. Staat uw vraag er niet tussen? Neem dan contact op met het fonds.
- Waarom zijn er nieuwe pensioenregels?
- Duidelijker en persoonlijker. Het is voor veel mensen niet duidelijk hoeveel geld ze inleggen voor hun pensioen en hoeveel ze opbouwen. Met de nieuwe regels bouwt iedereen pensioen op via een premieregeling. De hoogte van de premie staat vooraf vast, de hoogte van uw pensioen niet
- Pensioen beweegt meer mee met de economie. De nieuwe regels zorgen ervoor dat het pensioen meebeweegt met de economie: als het goed gaat met de economie, dan kan uw pensioen eerder stijgen. Gaat het economisch slechter? Dan kan uw pensioen ook dalen. Om te voorkomen dat uw pensioen tijdelijk te veel daalt, zijn er extra regels en komt er een reserve.
- Pensioen sluit beter aan op uw loopbaan. Mensen wisselen steeds vaker van baan, stoppen een tijd met werken of beginnen voor zichzelf. De nieuwe pensioenregels passen daar beter bij dan de oude. Meer weten over de nieuwe pensioenregels? Kijk dan op www.pensioenduidelijkheid.nl.
- Kan Pensioenfonds Campina ook gebruik maken van de nieuwe pensioenregels?
Dat kan als de werkgever- en werknemersvertegenwoordigers (sociale partners) ons daarom vragen. Een verzoek om de nieuwe regels toe te passen, noemen we ook wel invaren. Ook een gesloten pensioenfonds zoals dat van ons kan invaren. De sociale partners kunnen dus voor invaren kiezen. Reden om dit te doen kan bijvoorbeeld zijn dat de nieuwe regels voor pensioen ook pensioengerechtigden en slapers belangrijke voordelen biedt. Sociale partners kunnen er ook voor kiezen om juist niet in te varen, bijvoorbeeld als invaren onevenwichtig (niet eerlijk) uitpakt voor bepaalde groepen deelnemers. Los van het verzoek van de sociale partners maakt Pensioenfonds Campina een eigen afweging of invaren wel of niet in het belang van de deelnemers is.
- Hoe kan onder de nieuwe regels een daling van uw pensioen worden beperkt of zelfs voorkomen?
Pensioenfonds Campina kan gebruik gaan maken van een solidariteitsreserve. Deze gezamenlijke reserve wordt gevormd op het moment van invaren. Dit is mogelijk als er op dat moment sprake is van een goede financiële positie. Deze reserve gebruiken we om de pensioenenuitkeringen aan te vullen bij slechte beleggingsresultaten. Of als onze deelnemers ouder worden dan verwacht. Ons fonds heeft dan meer vermogen nodig om levenslang pensioenen uit te kunnen keren. Hoe de solidariteitsreserve precies gaat werken, spreken de sociale partners met elkaar af. De afspraken die zij maken, komen vast te liggen in een transitieplan. In dat plan leggen zij ook vast hoe het vermogen van ons fonds op het moment van invaren wordt verdeeld. Ook die verdeling draagt bij aan het stabiel houden van uw pensioenuitkering.
- Welke opties heeft het pensioenfonds voor de toekomst?
Pensioenfonds Campina zal als kleine zelfstandige pensioenuitvoerder niet lang meer kunnen bestaan. Het aantal deelnemers neemt af, de kosten worden hoger en de eisen die de toezichthouders stellen worden steeds strenger. Ons pensioenfonds kan nog even doorgaan onder de ‘oude’ pensioenregels, maar zal als het aantal deelnemers flink daalt, uiteindelijk uw pensioenrechten overdragen naar een Algemeen Pensioenfonds (APF) of een verzekeraar. Door de komst van de nieuwe pensioenregels kan deze beslissing eerder worden genomen, namelijk al in het eerste halfjaar van 2025.
- Wat betekent de keuze voor een pensioenverzekeraar of een APF?
Pensioenverzekeraars mogen pensioenuitkeringen niet verlagen. Pensioenfondsen mogen dat in speciale gevallen wel. Daardoor is een pensioen bij een verzekeraar zekerder dan een pensioen bij een Algemeen Pensioenfonds (APF). Zekerheid kost geld. Bij een APF kan uw pensioen onder de nieuwe pensioenregels komen te vallen. Uw pensioenuitkering is dan minder zeker, maar u heeft wel meer kans op een hoger pensioen dan bij een verzekeraar. Bij een verzekeraar komt uw pensioen niet onder de nieuwe regels voor pensioen te vallen. De kans op een verlaging van uw pensioen na invaren, is door het toepassen van extra regels wel te beperken en is ook afhankelijk van de financiële positie op het moment van invaren. Zoals u kunt lezen hangt veel samen met uw persoonlijke risicohouding. Daarom houdt Pensioenfonds Campina ook een nieuw deelnemersonderzoek in 2025.
- Welke relatie heeft de financiële positie van het fonds met de besluiten over de toekomst?
Pensioenfonds Campina heeft een goede financiële positie. Als ons pensioenfonds bij een APF onder de nieuwe regels voor pensioen komt te vallen, betekent dit dat het pensioenvermogen verdeeld gaat worden. Onder de nieuwe regels voor pensioen hoeven we namelijk minder reserves aan te houden. Veel minder dan nu. Die reserves verdelen we dan onder andere ook over de individuele pensioenvermogens van de deelnemers. Geld verdelen, betekent een grote verantwoordelijkheid voor het bestuur om dit extra geld zo eerlijk mogelijk over alle deelnemersgroepen te verdelen. De besluitvorming over deze verdeling is een complex proces en moeten we zo zorgvuldig mogelijk doen. Daarom laten we ons hierbij ondersteunen door deskundige adviseurs.
Vragen uit de ALV van de VGC op 17 april 2025 en het webinar van 28 april 2025
- Welke partij is verantwoordelijk voor de beleggingen bij een overgang naar een verzekeraar?
Op dit moment belegt het pensioenfonds Campina zelf. Wanneer we naar een verzekeraar gaan verzorgt de verzekeraar de beleggingen. Maar met de verzekeraar worden bij de overgang afspraken gemaakt over de indexatie, dus als deelnemer bent u niet meer afhankelijk van de gemaakte rendementen.
- Wat betekent een variabel pensioen? Kan de uitkering dan iedere maand worden aangepast?
Een variabele pensioenuitkering betekent dat uw pensioen door de beleggingen kan stijgen of dalen. Een keer per jaar wordt u pensioen opnieuw vastgesteld. Net als nu een keer per jaar vastgesteld wordt of uw pensioen wel of niet kan meestijgen met de prijsstijgingen (indexatie). Hierbij worden meestal wel ''buffers'' ingebouwd om te voorkomen dat de uitkeringen te sterk fluctueren.
- Klopt de stelling dat wanneer er deelnemers overlijden de dekkingsgraad omhoog gaat? Als dit zo is, kan er dan meer risico genomen worden, omdat er geen nieuwe deelnemers meer bijkomen?
Als deelnemers overlijden heeft dit geen direct effect op de dekkingsgraad. Alleen wanneer er meer deelnemers overlijden dan is aangenomen in de sterftekansen van het pensioenfonds kan dit zorgen voor een effect op de dekkinggraad. Het gaat om minimale effecten in de praktijk.
- Deelnemers van pensioenfondsen die al zijn overgegaan naar het nieuwe stelsel hebben een flinke verhoging gekregen. Zou het pensioenfonds Campina niet meer haast moeten maken?
Er zijn op 1 januari 2025 drie pensioenfondsen overgegaan naar het nieuwe pensioenstelsel. De situatie voor gesloten fondsen zoals Pensioenfonds Campina was in het kader van invaren lang onzeker, waardoor een snelle overgang geen optie was.
- Hebben de deelnemers inspraak over de keuzes voor de toekomst of is dit een taak van het bestuur?
Bij een overgang naar een verzekeraar (buy-out) besluit het bestuur, maar het verantwoordingsorgaan (vertegenwoordigers van alle geledingen) en de raad van toezicht worden nadrukkelijk betrokken bij de besluitvorming.Sociale partners besluiten over de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel (invaren). Hierbij heeft de vereniging van gepensioneerden een hoorrecht bij het transitieplan. Het bestuur besluit waar ze de opgebouwde pensioenen en lopende uitkeringen willen onderbrengen. Ook daarbij worden verantwoordingsorgaan en raad van toezicht betrokken bij de besluitvorming.
- Wat zijn de kosten van de overgang naar een Algemeen pensioenfonds of naar een verzekeraar?
Zowel de overgang naar een Algemeen Pensioenfonds als naar een verzekeraar brengt transitiekosten met zich mee. Die zitten enerzijds in het overbrengen van de pensioenadministratie en anderzijds in het omzetten van de beleggingsportefeuille. Het gaat in dit geval om eenmalige kosten, die in beide gevallen redelijk vergelijkbaar zullen zijn. Hiervoor is een voorziening getroffen in het pensioenfonds. Daar staat tegenover dat de jaarlijkse uitvoeringskosten vervolgens zullen dalen. Het belangrijkste in de afwegingen van het bestuur bij de keuze Algemeen Pensioenfonds of verzekeraar is wat het effect is op de pensioenresultaten van de deelnemer, het kosten aspect is minder belangrijk.
- Is invaren naar het nieuwe pensioenstelsel duurder dan overgaan naar een verzekeraar?
De overgang naar een Algemeen Pensioenfonds en daarna overgaan naar de nieuwe regels voor pensioen zal in de voorbereidingen meer geld kosten. De transitie naar een Algemeen Pensioenfonds of een verzekeraar is vergelijkbaar qua kosten.
- De kosten voor het pensioenburo stijgen door het teruglopen van het aantal deelnemers. Waar worden deze kosten van betaald of worden die verwerkt in het rendement van het pensioenfonds? Worden deze kosten lager bij een overstap naar een verzekeraar of Algemeen pensioenfonds?
De kosten voor het pensioenburo worden betaald uit het rendement. De kosten van de pensioenuitvoering worden berekend over het aantal deelnemers. Door het teruglopen van het aantal deelnemers stijgen de kosten per deelnemer per jaar. Een Algemeen pensioenfonds of verzekeraar kan de gemaakte kosten over het algemeen delen over een grotere groep, waardoor de kosten per deelnemer lager liggen.
- Hoe groot is het effect van de rechtszaak met de werkgever op de keuzes voor de toekomst?
Wat de uitkomst van de juridische procedure is, is nog niet duidelijk. Uitgangspunt voor het pensioenfonds is dat de keuze voor een Algemeen Pensioenfonds of verzekeraar onze rechtzaak niet mag verzwakken.
- Wordt de eventuele vergoeding van de werkgever uitgekeerd aan de deelnemers of wordt dit meegenomen in de dekkingsgraad?
Een vergoeding vanuit de schadestaatprocedure wordt uitgekeerd aan de deelnemers. Er is geen sprake van een eenmalige uitkering, maar van een verhoging van de opgebouwde pensioenen of lopende uitkeringen. Hierdoor stijgt de lopende maandelijkse uitkering of de nog te ontvangen uitkering (voor niet gepensioneerden).
- Wat zijn de criteria voor de verdeling van de buffer en wie bepaalt de criteria?
Uitgangspunt bij de verdeling van de buffer is een een evenwichtige -eerlijke- verdeling. Daarbij houdt het bestuur rekening met het verleden (inhaalachterstand) en toekomst, voor alle deelnemers in verschillende leeftijdsgroepen. Het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht zijn betrokken bij de besluitvorming over de overdracht en de liquidatie van het pensioenfonds. De verdeling van de buffer maakt onderdeel uit van deze besluitvorming.
- Is inhaalindexatie ook van toepassing op slapers/oud deelnemers?
Als er bij de verdeling van onze buffer geld beschikbaar is voor inhaalindexatie, dan geldt die ook voor oud deelnemers (slapers).
- Wordt het pensioen in de toekomst lager door de verdeling van de buffer?
Als we onze buffer verdelen, doen we dat, omdat we minder reserves hoeven aan te houden. Uw pensioen wordt daar niet lager door. Integendeel zelfs: u krijgt er juist geld bij. Minder reserves betekent wel dat wanneer wordt gekozen voor de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel dat er minder ruimte is om grote financiele schokken op te vangen en dat het pensioen variabel wordt.
- In beide opties voor de toekomst is sprake van een compensatie. Is het niet mogelijk om nu al een eenmalig voorschot uit te betalen, zodat deelnemers daar nu al van kunnen profiteren?
Eigenlijk is er geen sprake van compensatie, maar het verdelen van de buffer op het moment van overgang naar een verzekeraar of overgang naar het nieuwe stelsel bij een APF. Het verdelen van de buffer is niet mogelijk in het huidige pensioensysteem, maar pas op het moment dat de overstap wordt gemaakt naar verzekeraar of het nieuwe stelsel bij het APF. Bij de verdeling van de buffers kan worden gekozen voor een eenmalige verhoging, verhogingen in de toekomst of een combinatie van die twee. In beide gevallen worden de opgebouwde pensioenen of de lopende maandelijkse uitkeringen voor de toekomst verhoogd. Voorbeeld: Een deelnemer heeft een pensioen van 500 euro per maand en deze wordt bij de overgang naar een verzekeraar met 5% verhoogd. De nieuwe uitkering wordt dan 525 euro per maand. Als wordt gekozen voor een jaarlijkse verhoging op basis van de inflatie (in dit voorbeeld 2%) Dan wordt de uitkering in het eerste jaar 510 euro en het volgende jaar 520,20 euro.
- Is er sprake van een eenmalige nabetaling? En wordt bij de verdeling van de bufffers rekening gehouden met de pensioenjaren en de hoogte van het pensioen?
Er is geen sprake van een nabetaling. Wanneer inhaalindexatie wordt toegekend wordt de maandelijkse uitkering of het opgebouwde pensioen verhoogd. Voor de berekening van de hoogte van inhaalindexatie wordt gekeken naar het moment waarop een deelnemers met pensioen is gegaan en de hoogte van zijn pensioen.
- Hoe wordt omgegaan met het inkomstenbelastingeffect bij het verdelen van de buffers?
Bij de overgang naar een verzekeraar of overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel bij een APF kan besloten worden om een deel van de reserves op het moment van overgang uit te delen aan de deelnemers. Dit wordt dan toegevoegd aan het opgebouwde pensioen of aan de lopende uitkering. Heeft u een lopende uitkering, dan wordt uw maandelijkse uitkering hoger en dus ook het bedrag dat daarover aan belastingen wordt ingehouden.